Tandartsen in de
Eerstelijnszones
(TELZ)
Het doel van TELZ bestaat eruit om de integratie van tandartsen in de werking van de Eerstelijnszones te versterken. TELZ streeft naar een meer actieve rol voor de tandartsen in de ELZ (oa. preventie, multidisciplinaire samenwerking, etc.). Op deze pagina vindt u een uitgebreid overzicht van organisatie van de eerstelijnszorg.
Eerstelijnszones
Eerstelijnszones (ELZ) zijn opgericht om het werk van lokale overheden, zorg en hulpverleners beter op elkaar af te stemmen. Het doel van de ELZ bestaat erin om een effectieve en kwalitatieve Eerstelijn te gaan creëren waar de burger centraal staat en zorg toegankelijk is voor iedereen.
Een ELZ is een:
In Vlaanderen zijn 60 ELZ goedgekeurd.
Figuur: Overzicht van de eerstelijnszones
De "Eerste Lijn" zijn de lokale zorg- en hulpverleners die het dichtst bij de persoon met een zorg- of ondersteuningsnood staan. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor personen met zorg- en welzijnsvragen. Voorbeelden zijn huisartsen, apothekers, kinesitherapeuten, thuisverplegers, psychologen, welzijnswerkers … Maar een ELZ wordt gevormd door alle partners uit het zorg- en welzijnslandschap.
De verplichte partners zijn:
- Zorgebruikers en mantelzorgverenigingen | - Woonzorgcentra, dagverzorgingscentra en woonzorgactoren |
- Medische en paramedische beroepen | - Diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen |
- Lokale besturen en OCMW's | - Centra Algemeen Welzijnswerk |
- Diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg | - Huizen van het kind |
- Diensten oppashulp | - Actoren uit de geestelijke gezondheidzorg |
- Lokale dienstencentra |
De Eerstelijnszones (ELZ) passen in een grotere hervorming van de Eerstelijnszorg. De hervorming streeft naar een betere afstemming van gezondheids- en welzijnszorg en optimale samenwerking tussen lokale overheden, zorg- en hulpverleners.
De nieuwe structuur van een ELZ zal drie actueel gesubsidieerde structuren vervangen en opslorpen: de Samenwerkingsinitiatieven Eerstelijnsgezondheidszorg (SEL), de Geïntegreerde Diensten Thuisverzorging (GDT) en de Lokale Multidisciplinaire Netwerken (LMN).
De Vlaams overheid maakte een filmpje om te illustreren waarom de wijzigingen in de Eerstelijn nodig zijn.
LoGo's (Lokaal GezondheidsOverleg)
Vlaanderen telt 15 LoGo's. LoGo’s zijn netwerkorganisaties die gezicht geven aan het Vlaamse preventiebeleid. Ze werden opgericht in 1997. De LoGo’s zijn de lokale partner van het “Vlaams Instituut Gezond Leven” en hebben als doel om zoveel mogelijk mensen en organisaties te mobiliseren om samen te werken aan een gezonde leefomgeving en een betere gezondheid voor iedereen.
De LoGo’s beschikken over medewerkers die steden, organisaties en Eerstelijnszones ondersteunen bij het maken of implementeren van beleid. De structuur en omvang van de LoGo’s kan verschillen: in sommige LoGo’s zijn de medewerkers per thema, in andere per Eerstelijnszone georganiseerd. Er is geen 100% geografische afstemming tussen de LoGo’s en de Eerstelijnszones waardoor het soms zoeken is naar de LoGo waartoe een Eerstelijnszone behoort.
De meeste LoGo’s hebben een expert Mondzorg aangesteld. Gezien hun rol in preventie, zouden zij de ELA’s kunnen ondersteunen bij het uitwerken van actieplannen. In sommige Eerstelijnszones gebeurt dit al. Elke LoGo werd gecontacteerd en bevraagd naar hun activiteit op vlak van mondzorg binnen hun regio.
Meer informatie is terug te vinden op de website: https://www.vlaamse-logos.be/
Zorgraden
De Zorgraad is het bestuursorgaan van een Eerstelijnszone (ELZ) die maximaal bestaat uit 24 leden. Het is een vzw met vertegenwoordigers uit zorg, welzijn, lokale besturen, personen met een zorg- en ondersteuningsnood en optionele partners.
Elke zorgraad beschikt over een voorzitter en eventueel andere functies, zoals ondervoorzitter, financieel verantwoordelijke … De zorgraad is samengesteld uit vertegenwoordigers van minstens de verplichte partners. Deze vormen de basis voor het opstellen van drie grote clusters (lokale besturen, gezondheid en welzijn) die op een evenwaardige manier vertegenwoordigd zijn met elk maximaal 6 zetels, totaal van 18 zetels. Naast deze verplichte partners is er ook plaats voor een specifieke afvaardiging van de personen met een zorg- en ondersteuningsnood en mantelzorgers/vrijwilligers met elk 2 zetels. Van deze samenstelling kan gemotiveerd afgeweken worden mits consensus van alle verplichte partners.
1. Cluster Lokale besturen: max 6 zetels
Wie? lokale besturen vanuit hun regierol zoals gedefinieerd in het decreet ‘Lokaal Sociaal Beleid’
Bijdrage vanuit WWOL (Wonen-Werken-Onderwijs-Leven) waarbij specifieke aandacht mogelijk is voor Huis van het Kind.
2. Cluster Gezondheidszorg: max 6 zetels
Wie? medische en paramedische beroepen zijnde huisartsen, thuisverpleegkundigen, kinesitherapeuten, tandartsen, apothekers, podologen, vroedvrouwen, ergotherapeuten en diëtisten, Eerstelijns geestelijke gezondheid (klinisch psychologen, eerstelijnspsychologische functies en andere partners actief in de functie van de netwerken volwassenen en actief in de functie van de netwerken geestelijke gezondheid kinderen en jongeren).
3. Cluster Welzijn: max 6 zetels
Wie? de woonzorgcentra, de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg, de lokale dienstencentra, de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen, de centra voor algemeen welzijnswerk en de sociale dienst van de openbare centra voor maatschappelijk werk
4. Cluster Persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag: max 4 zetels
Wie? verenigingen van gebruikers (personen met een zorg- en ondersteuningsnood) mantelzorgers, vrijwilligers waaronder de diensten oppashulp, …
Vertegenwoordiging en participatie voor de groep personen met zorg - en ondersteuningsnoden en de groep van mantelzorgers.
Elke zorgraad kiest zijn organisatievorm:
Zorgraden beslissen zoveel als mogelijk bij consensus. Als dit niet mogelijk blijkt, is het aan te raden de beslissing uit te stellen om tijd te creëren en nieuwe mogelijkheden of pistes te verkennen. In alle geval is een meerderheid vanuit elke Cluster (lokale besturen, gezondheid en welzijn) nodig voor rechtsgeldige beslissingen. Er wordt gewerkt aan een voorstel voor ‘huishoudelijk reglement’, met aandacht voor beslissingsprocedures, dat eerstelijnszones dan aan hun specifieke situatie kunnen aanpassen.
De Vlaamse overheid voorziet in een inhoudelijke, personele en logistieke ondersteuning aan de (voorlopige) Zorgraden. Het Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan de initiatiefnemers in een afgebakende zone voor de oprichting van zorgraden voorzag in de toekenning van een subsidie van 12.000 euro voor elke ELZ. De bestaande structuren SEL/GDT en LMN zullen opgaan in de Zorgraden.
Link met veranderteam/veranderforum: de oprichting van de voorlopige Zorgraad hoeft niet te betekenen dat het veranderteam en het veranderforum opgedoekt moeten worden. In de transitiefase tot en met de eigenlijke erkenning van de Zorgraad kunnen deze twee groepen nog blijven bestaan. Het veranderteam kan de werking van de voorlopige Zorgraad ondersteunen. Na de erkenning wordt de opdracht van het veranderteam beëindigd. Het veranderforum kan behouden worden als de representatie van het hele brede veld van actoren in de eerstelijnszone: als klankbordgroep voor de Zorgraad of om bepaalde beslissingen te valideren (bv. het dossier voor het verkrijgen van de erkenning). Uiteraard kunnen vanaf de oprichting van de voorlopige Zorgraad ook verschillende andere werkgroepen geïnitieerd worden.
Het is aan de Zorgraad om, binnen het kader dat door de Vlaamse overheid wordt bepaald, inhoudelijke werkterreinen af te bakenen, doelstellingen te formuleren en actieplannen te bespreken, goed te keuren en te monitoren.
De zorgraden hebben heel wat opdrachten in hun zone. Ze worden daarbij ondersteund door VIVEL, die voor hen vormingen en activiteiten uitwerkt op basis van hun noden en behoeften. De zorgraden hebben enkele opdrachten die ze op de verschillende niveaus moeten toepassen.
De zorgraad van een eerstelijnszone heeft heel wat taken. Vijf daarvan zijn prioritair:
1. Afstemming organiseren tussen de zorgaanbieders onderling, tussen de zorgaanbieders en andere organisaties, diensten en personen met een meer gespecialiseerd zorgaanbod, alsook tussen de zorgaanbieders en de personen met een zorg- en ondersteuningsnood, mantelzorgers en vrijwilligers;
2. Het stimuleren van de interdisciplinaire samenwerking, waaronder ook gegevensdeling, tussen de zorgaanbieders binnen de eerstelijnszones;
3. Kringwerking stimuleren: het ondersteunen van verenigingen die alle vrijwillig toegetreden zorgaanbieders groeperen die binnen een eerstelijnszone hun beroepsactiviteit uitoefenen;
4. Het ondersteunen van de ontwikkeling van het geïntegreerd breed onthaal (GBO), voor wat betreft de afstemming en samenwerking met zorgaanbieders en het realiseren van een maximale rechtentoekenning en toegang tot diensten en voorzieningen;
5. Het aanleveren van gegevens voor de Vlaamse Sociale Kaart (zie www.desocialekaart.be).
De zorgraden hebben een ruime opdracht. Concreet gaat het om volgende opdrachten die zich situeren zich op 4 niveaus:
1. Op het niveau van de persoon met een zorg- en ondersteuningsnood en zijn zorgteam
2. Op het niveau van de buurten en wijken in de eerstelijnszone: zorgen voor informele en buurtgerichte zorg door
3. Op het niveau van de eerstelijnszone
4. Op regionaal en Vlaams niveau
Meerdere eerstelijnszones (3 à 4) samen vormen een regionale zorgzone, een niveau waarop bepaalde aspecten van zorg en ondersteuning aangeboden worden die een bepaalde schaalgrootte nodig hebben (bv. palliatieve zorg, dementiezorg, preventie, geestelijke gezondheidszorg)
De Vlaamse Regering keurde de afbakening van de 14 regionale zorgzones goed. Deze afbakening is het resultaat van een uitgebreide oefening, waarbij de werkgebieden van verschillende Vlaamse zorgactoren op elkaar gelegd werden om zo tot de meeste passende indeling te komen. Idealiter vallen de regionale zorgzones samen met de gevormde ziekenhuisnetwerken.
Onder de opdrachten van de regionale zorgzone worden begrepen:
De regionale zorgzone wordt aangestuurd door het regionaal zorgplatform, dat bestaat uit:
VIVEL is het ‘Vlaams Instituut Voor de Eerste Lijn’ dat sinds 1 mei 2019 erkend en gefinancierd wordt door de Vlaamse Overheid als partnerorganisatie voor de Eerstelijn. Op Vlaams niveau is VIVEL het centrale aanspreekpunt en het platform voor de dialoog van de eerstelijnsactoren met de overheid en met elkaar. VIVEL verenigt de gezondheids- en welzijnsactoren van de eerste lijn, de vertegenwoordigers van personen met een zorg- en ondersteuningsnood, mantelzorgers en gebruikers, de lokale besturen en de expertisecentra.
Samen met alle actoren van de eerste lijn wil het VIVEL de gezondheid en het welzijn van elke burger in Vlaanderen en Brussel verbeteren. Het VIVEL werkt proactief en speelt adequaat in op de ontwikkelingen in zorg en welzijn. Daarnaast versterkt het VIVEL de zorgraden en de zorgaanbieders zodat deze efficiënt en doelgericht de noden van kwetsbare mensen en hun omgeving kunnen lenigen. Voorts verleent het VIVEL de Vlaamse en Brusselse overheid strategisch advies voor een optimaal eerstelijnsbeleid.
VIVEL is een gezamenlijk initiatief van:
De Vlaamse Sociale Kaart bevat een overzicht van zorgvoorzieningen en zorgverstrekkers in Vlaanderen en Brussel. Elke burger heeft het recht om geïnformeerd te worden over het zorgaanbod in Vlaanderen en Brussel. Dit wordt versterkt mede door middel van de Sociale Kaart.
De Sociale Kaart is een instrument dat snel en efficiënt een antwoord biedt op de zorgvraag van een burger/cliënt:
Welke zorgaanbieders wel/niet opgenomen worden in de sociale kaart wordt verankerd in het Decreet houdende de Sociale Kaart van 3 mei '19 (B.S. 26/06/19), artikel 2. Je kan je via de website ook aanmelden op de Sociale Kaart.
Alle informatie over Eerstelijnszones, Zorgraden, Regionale zorgzones, de Vlaamse Sociale Kaart en het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL) kan je gebundeld terugvinden in deze infographic.
Copyright © Alle rechten voorbehouden